Het gaat snel de goede kant op met de Nederlandse overheidsschuld. In het eerste kwartaal van dit jaar lag die op minder dan 60 procent van het nationaal inkomen. Daarmee voldoet Nederland voor het eerste sinds 2010 weer aan de Europese norm voor de maximale staatsschuld.

Dat blijkt uit een analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die vrijdag werd gepubliceerd.

Volgens de Europese begrotingsnormen mag de staatsschuld maximaal 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen. Door de kredietcrisis schoot de staatsschuld in Nederland en de meeste andere EU-landen juist fors omhoog: banken moesten gered worden met overheidsgeld, de belastinginkomsten daalden en de uitgaven voor sociale uitkeringen stegen.

Staatsschuld zakt onder kritische grens

Negen jaar na het uitbreken van de grote crisis gaat het voor Nederland weer de goede kant op: de economie trekt aan, de overheidsinkomsten stijgen doordat er meer belasting binnenkomt, de werkloosheid daalt en er worden weer ‘financiële bezittingen’ verkocht. Denk aan de opbrengst van de beursgang van ABN Amro die gebruikt kon worden voor schuldaflossing.

Per saldo lag de Nederlandse staatsschuld in het eerste kwartaal op 422 miljard euro. Dat is net iets minder dan 60 procent van het nationaal inkomen, blijkt uit onderstaande grafiek van het CBS. En per hoofd van de bevolking gaat het om net iets minder dan 25 duizend euro.